Een ontwikkelaar en producent van technische systemen heeft een prototype van een machine ontwikkeld. De machine sloot echter onvoldoende aan bij de kernactiviteiten en de systeembouwer stopte de verdere ontwikkeling. De systeembouwer had echter zo’n machine verkocht en had zich ertoe verplicht om die alsnog op te leveren.

Na het stoppen van de ontwikkeling vertrokken al gauw veel medewerkers, wat de oplevering van de machine in gevaar bracht. Het bedrijf benaderde PDM voor ondersteuning bij de update van de Eplan-ontwerpen; er moesten ongeveer duizend van dergelijke ontwerpen worden herzien.

Het bijwerken van de Eplan-ontwerpen nam uiteindelijk tien weken in beslag. Bij wijze van afsluiting van deze activiteit bracht het PDM-team een bezoek op locatie aan de klant, de gebruiker van het prototype van de machine. Zij troffen een machine aan die pas voor iets meer dan de helft was opgebouwd. Er was nog het nodige werk op het gebied van ontwerp en installatie te verzetten, zowel mechanisch als elektromechanisch.

PDM kaartte de situatie aan bij de klant, wat resulteerde in een opdracht om al het E-werk aan de machine voor de rekening te nemen. Dit was een uitdagende opdracht, aangezien PDM niet zelf de ontwerper van de machine was. Tevens had de opdracht projectmatig een complex karakter vanwege de verschillende betrokken partijen in deze nieuwe samenwerking. PDM werkte binenn het design team dat uit de verschillende partijen samengesteld was. PDM droeg daarin de verantwoording over het E-werk en voerde Management of Change uit. Door die opdracht toch aan te nemen kon de systeembouwer zijn opdracht voltooien, bleef de relatie met de systeembouwer behouden én de relatie met de klant worden opgebouwd.

De belangrijkste werkzaamheden van PDM waren voltooid op het moment dat de machine zover klaar was dat deze aan testen kon worden onderworpen. De systeembouwer was tevreden over het resultaat en PDM bleef op afroep beschikbaar voor ondersteuning bij het oplossen van openstaande punten.